De minister voor Rechtsbescherming Franc Weerwind stuurde begin deze week zijn brief en achtste voortgangsrapportage over de Stelselvernieuwing Rechtsbijstand naar de Tweede en de Eerste Kamer. Daarin is te lezen dat de minister wenst dat mensen die in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand de best mogelijk ondersteuning krijgen. Om dat te bereiken past minister Weerwind de lopende stelselvernieuwing op onderdelen nu aan.
De MfN ondersteunt gezamenlijk met de ketenpartners in dit dossier – de Raad voor Rechtsbijstand, de Rechtspraak, NOvA, het Juridisch Loket, Divosa, VNG en Sociaal Werk Nederland – de uitgangspunten van de nieuwe fase in de stelselvernieuwing en vragen het ministerie om betrokken te zijn bij de verdere uitwerking in maatregelen. Daarbij staat het burgerperspectief en behoedzaam innoveren steeds voorop: in gezamenlijkheid mensgerichte diensten verlenen voor een duurzaam stelsel dat aantoonbaar werkt voor mensen.
In de voortgangsrapportage is te lezen (op pagina 6) dat de zogenaamde eerste lijn (lees: Juridisch Loket) zich meer is gaan richten op de-escalatie en het realiseren van oplossingen voor problemen van de burger. De verbrede dienstverlening wordt onder meer vormgegeven door interventies om vanuit alle partijen een duidelijk beeld van de situatie te krijgen en na te denken over een mogelijke oplossing tot het ondersteunen van de rechtzoekende wanneer het zelf niet lukt om het probleem op te lossen. Hierin speelt de inzet van mediation en mediationvaardigheden een belangrijke rol.
In de rapportage worden ook de vergoedingen van de sociaal advocaten en mediators aangehaald (op pagina 12). De vergoedingen die dienstverleners ontvingen voor het verlenen van gesubsidieerde rechtsbijstand kwamen lange tijd niet overeen met hun tijdsbesteding in zaken. De MfN en de NOvA hebben in dit dossier structureel aandacht gevraagd voor een toekomstbestendige, passende vergoeding voor deze beroepsgroepen. Er zijn per 2022 aanpassingen doorgevoerd en in het vernieuwde stelsel wordt een systematiek ingevoerd voor periodieke herijking van vergoedingen.
NB: voor de volledigheid merken we op dat mediation in strafzaken via een andere weg wordt gefinancierd en daarom niet in dit dossier is opgenomen.
Het experiment scheiden wordt genoemd (op pagina 13), waarin een nieuwe manier van werken in de eerste en tweede lijn sinds april 2022 wordt beproefd. In de tussenrapportages van dit experiment ziet de MfN vooralsnog bevestigd wat zij in de overleggen inbracht, te weten: een verwijzing naar mediaton vraagt om een kwalitatieve diagnose aan de voorkant en voorlichting over deze vorm van conflictoplossing. Een fysiek contact met een deskundige functionaris (van een verwijzende organisatie zoals i.c. het Juridisch Loket) draagt daaraan bij.
Daarnaast zijn de initiatieven rondom mediation in het bestuursrecht terug te vinden (op pagina 18) en worden de lopende zaken rondom dit thema in het programma burgergerichte overheid aangehaald. Bestuursorganen die het voortouw willen nemen mediation binnen het bestuursrecht verder te brengen, kunnen zich aanmelden zodat het verder experimenteren met het structureel inzetten van mediation in geschillen tussen burger en overheid mogelijk is.
Ook wordt er melding gemaakt van de startbijdrage (op pagina 18) die gaat gelden om verwijzing van mediation vanuit de rechtspraak te bevorderen per 1 maart 2023. Lees hierover meer in ons eerdere bericht.
Meer informatie
De brief van minister Weerwind en de 8e voortgangsrapportage (als bijlage) zijn te lezen op rijksoverheid.nl.