Bestuurders over de prakijk
De bestuursleden van het MfN-bestuur en van de Stichting Kwaliteit Mediators (MfN-register) zetten zich onvermoeibaar in voor de ontwikkeling van mediation en de professionalisering van de beroepsgroep. Als geen ander weten zij hoe effectief mediation is; zij zien dit dagelijks in hun eigen praktijk. In deze nieuwsbrief laten we een aantal bestuursleden aan het woord om dit te illustreren.

‘Mediation heeft vaste plaats in de samenleving’
Jan van Zwieten is MfN-registermediator en voorzitter van de Stichting Kwaliteit Mediators (MfN-register). Hij blikt terug op de opkomst van mediation in Nederland, trots op wat er bereikt is.
‘Jan, we gaan een mediation-opleiding doen, zei mijn compagnon in 2002. Prima, antwoordde ik, maar wat is dat eigenlijk? Voor mij was dit een eerste kennismaking met een heel nieuwe wereld. De opleiding was misschien wel de meest waardevolle opleiding in mijn leven. Ik begreep daarna wel dat je met de basisopleiding er nog niet bent. Het vraagt constant aanvullende scholing, veel praten over het vakgebied met anderen en vooral ook heel veel vlieguren maken.
Dat ik in 2002 nog geen idee had wat mediation was, geeft wel aan dat er veel is veranderd. Mediation is gaan leven in Nederland. De laatste jaren heb ik in vele buitenlandse conferenties mogen vertellen over mediation in Nederland. En ik ben ongelooflijk trots dat dan duidelijk wordt dat geen enkel land in Europa heeft bereikt wat er in Nederland op dit gebied is gepresteerd. Iedereen kijkt met verwondering, en vooral bewondering, naar Nederland. Er is mij dan ook gevraagd om aan te geven wat onze succesformule is geweest. Twee pijlers staan voor mij bovenaan: kwaliteit en eenheid. Dit is dan ook waarom ik mij al ruim tien jaar met heel veel plezier inzet in het bestuur van eerst het NMI (rechtsvoorganger MfN), en nu het MfN-register. Met heel veel inzet hebben we een kwaliteitstandaard neergezet waardoor we als volwaardig worden gezien als beroepsgroep, op gelijke hoogte met psychologen, advocaten, accountants, etc. Het is veel werk achter de schermen van het MfN-bureau, het bestuur en een grote groep andere mensen, allen met passie voor het vak.
Dit alles is alleen mogelijk geworden door de eenheid die we al die jaren hebben gehad. Die heeft ervoor gezorgd dat we alle energie konden bundelen. Zowel op het gebied van kwaliteit als voor de bekendheid van mediation. Het kwaliteitslabel ofwel merk MfN, gedragen door onafhankelijken met passie voor mediation, is een begrip geworden. En hierdoor is mediation een begrip geworden. Het heeft een vaste plaats in de samenleving verworven. Ik hoop dat de mediators in Nederland deze lijn door kunnen zetten. Het algemene belang van mediation Nederland vóór de individuele belangen. Zo maken we mediation nog sterker, en daarmee bieden we een mooie toekomst aan alle mediators. Eén voor allen, allen voor één.’
‘Mooi vak, mediator’

Judith Stoop is MfN-registermediator en gespecialiseerd in arbeidsconflicten. Zij is voorzitter van de Vereniging Arbeidsmediators Nederland (VAN) en MfN-bestuurslid. Corona verdeelt de samenleving en ook regelmatig de werkvloer, signaleert zij.
‘Laatst had ik een ‘klassieke’ corona-arbeidsmediationzaak. Helaas is corona alweer dusdanig lang bij ons, dat er ook in de mediationpraktijk inmiddels sprake is van ‘veelvoorkomende gevallen’ die linksom of rechtsom iets te maken hebben met corona. In dit geval was het een ‘mondkapjeskwestie’. De werknemer, een fotograaf, vond het niet nodig die te dragen, hij kon immers anderhalve meter afstand houden bij het uitoefenen van zijn taken. De werkgever stond erop dat het kapje wel werd gedragen op de werkvloer.
Ooit interviewde ik voor Tijdschrift Conflicthantering Rijdende Rechter John Reid. Hij zei: ‘Het gaat bij die ruziënde buren natuurlijk nooit om die boom die al of niet te dicht op de erfgrens staat’. Rake woorden. Het gaat in dit type arbeidsconflicten ook niet om het mondkapje. De vraag is natuurlijk: waarom was onenigheid over een mondkapje de druppel die de emmer deed overlopen? Of nee, ook dat niet, de echt relevante vraag is: waarom zat die emmer zo vol? Deze werknemer voelde zich al tijden ondergewaardeerd, hij maakte al heel lang meer uren dan waarvoor hij werd betaald, en een beloofde promotie ging steeds maar niet door. Maar daar had hij zich alleen in stilte over geërgerd. Toen hij ook nog eens werd onderworpen aan ‘betuttelende regels’ en zo’n onhandig mondkapje moest dragen was de maat vol en was hij in woede uitgebarsten, waarna er – volgens de verbaasde werkgever die van al dat stille leed niets had meegekregen – ‘geen normaal gesprek meer mogelijk was’.
Dat gesprek heeft in alle heftigheid, maar constructief, alsnog plaatsgevonden, bij mij aan de mediationtafel. Dat leidde tot een oplossing; afspraken waarmee deze arbeidsrelatie werd voortgezet. Case closed. Mooi vak, mediator. Ik hoop dat iedereen vandaag een leerzaam en prikkelend MfN-mediationcongres heeft ervaren.’
‘Op de wind van gisteren kun je niet zeilen’

Ine Vosbergen is MfN-registermediator met als specialisatie forensische mediation, en bestuurslid van de Stichting Kwaliteit Mediators (MfN-register). Zij geeft een voorbeeld van pre-mediation, een instrument dat de rechtspraak hanteert en dat mensen in de gelegenheid stelt de blik (weer) naar de toekomst te richten.
‘Voorafgaand aan de mondelinge behandeling bij het Gerechtshof kwamen cliënten bij mij, als familie-mediator, in pre-mediation. Beiden bleken met de rug naar de toekomst te staan. In gesprek zijn deze ouders van een jong kind een definiëring van hun ouderschap en een plan daarvoor overeengekomen. Zowel de procedure bij het Hof (hoger beroep over een vakantieregeling) als een procedure bij de Rechtbank (vervangende toestemming voor verhuizing en inschrijving van kind op een andere school) zijn door de desbetreffende cliënt ingetrokken. Zo stopten de procedures en kon men weer verder. Want op de wind van gisteren kun je niet zeilen. Een mooi instrument, pre-mediation.’
‘Mensen zijn tot meer bereid dan je denkt’

Antonietta Pinkster is MfN-registermediator, voorzitter van de Vereniging Mediators in Strafzaken (VMSZ) en MfN-bestuurslid. Zij ziet dat partijen in mediation tot oplossingen kunnen komen die het strafrecht niet biedt.
‘We leven in een tijd waarin onderlinge verschillen uitvergroot worden: verschillen tussen buren die elkaar niet verdragen, tussen wie vóór vaccinatie is en wie tegen, en ga zo maar door. Men graaft zich in het eigen gelijk in, en beziet de ander enkel door het gekleurde glas van de eigen bril. Aannames over de ander zijn daarbij schering en inslag. Mediation in het algemeen en zeker ook mediation in strafzaken biedt in dergelijke zaken de mogelijkheid om het gesprek mét elkaar te voeren in plaats van óver elkaar. Onder begeleiding van gespecialiseerde MfN-registermediators kunnen partijen vaak voor het eerst in lange tijd daadwerkelijk naar elkaar luisteren. Ze kunnen elkaar laten weten wat men van de ander nodig heeft voor een oplossing, en wat men daar zelf voor wil doen. Verrassend vaak willen mensen per saldo hetzelfde, namelijk een einde aan een nare situatie. Mensen zijn vergevingsgezinder dan je denkt, en tot meer bereid dan je denkt, om tot een oplossing te komen. Alléén lukt ze dat niet – anders was er geen probleem. Met gekwalificeerde mediators lukt het vaak wél. Partijen bereiken oplossingen die het strafrecht niet kan bieden. Mediation brengt zaken ook terug tot normale proporties. Dat is in deze tijd broodnodig.’
‘Vertrouwen op de deskundigheid en vaardigheden van de mediator’

Dominique Strörmann is MfN-registermediator en advocaat. Als bestuurslid van de Stichting Kwaliteit Mediators (MfN-register) licht zij toe waarom het register zo belangrijk is om de kwaliteit van mediators te waarborgen.
‘Waarom is mediation zo’n waardevolle manier om een lastige kwestie of conflict op te lossen? Omdat het de mensen in kwestie zélf aan het werk zet. Met hun eigen verwachtingen, wensen, verdriet en soms wantrouwen jegens de ander. Dat kan lastig zijn, of pijnlijk, of veel energie kosten – vaak alles tegelijk. Maar ik hoor mensen na afloop bijna altijd vertellen dat juist het zelf doen ze erg heeft geholpen, ook al is de uitkomst niet altijd helemaal in lijn met wat ze wensten bij de start. Of het nu een scheiding is of een ernstig arbeidsconflict, mensen kunnen er het gevoel van krijgen dat ze machteloos staan. Mediators kunnen ondersteunen bij het omzetten van machteloosheid in beïnvloedingsmogelijkheden.
Omdat dit zo belangrijk is, hebben we het MfN-register met het eigen en beproefde kwaliteitssysteem. Mensen in een kwetsbare fase van hun leven moeten kunnen vertrouwen op de deskundigheid en vaardigheden van de mediator tot wie ze zich wenden of naar wie ze worden verwezen. En bij de start moeten ze precies weten wat ze wel en niet van hun mediator kunnen verwachten. Om dat te garanderen hebben we het kwaliteitsregister met de eisen rond onder meer opleiding en training, benodigde ervaring en met de gedragsregels en reglement.
Het kwaliteitssysteem wordt onderhouden en ontwikkeld, rekening houdend met wensen en ideeën van de aangesloten mediators en in samenspraak met organisaties als de Rechtspraak – als verwijzer natuurlijk kritisch op de kwaliteit van mediators – en de Raad voor Rechtsbijstand. Als bestuurder lever ik aan onderhoud en ontwikkeling met veel plezier een bijdrage, juist omdat ik in mijn dagelijkse praktijk zie en merk dat het systeem werkt!’
‘Mediation als enige hoop’

Aik Kramer, voorzitter van de VMO (Vereniging Mediators Overheid) en MfN-bestuurslid. Hij werkt veel in opdracht van gemeentes en andere overheden. Onlangs werd hij door een gemeente gevraagd als mediator bij een uit de hand gelopen burenruzie.
‘De gemeente en de politie hadden veel meldingen binnengekregen over deze burenruzie, die compleet was geëscaleerd. Van fysiek geweld was nog geen sprake, maar wel van ernstige intimidatie en bedreiging. De buren verspreidden roddels over elkaar, die de hele straat doorgingen. De een zei over de ander dat er werd mishandeld, de ander zei dat de buurvrouw een criminele gek was, en zo meer. De mensen maakten elkaar het leven zuur en de kinderen van beide buren hadden last van stress.
Ik vroeg mij af in hoeverre deze mensen in staat waren om voor zichzelf op te komen, om hun eigen belangen te behartigen. Want dat is een voorwaarde voor mediation. Daarom ben ik niet direct begonnen met de mediation, maar heb ik als tussenstap, in overleg met de gemeente en de woningcorporatie, gezorgd dat er hulp kwam door maatschappelijk werkers. Die interventie was nodig. Pas als mensen voor hun belangen kunnen opkomen, kunnen ze aan oplossingen gaan werken. Daarnaast is belangrijk dat gemeente en woningcorporatie vanaf het begin bij de zaak betrokken zijn. Want mocht men er niet uitkomen, dan moet een van de twee buren kunnen verhuizen. Inmiddels ben ik met de mediation gestart, met afzonderlijke gesprekken met beide buren, want er is geen sprake van dat zij nu in één ruimte kunnen zitten.
In een tijd dat mensen veel thuis moeten zitten, stijgt het aantal burenruzies. Ik zie de polarisatie in de samenleving toenemen, eigenlijk op alle vlakken. Overal zijn korte lontjes. Omdat mediation een fundamenteel andere manier van conflict oplossen is, gericht op het vinden van overeenkomsten tussen mensen in plaats van verschillen, zoals antagonistische systemen binnen rechtspraak en overheid, zie ik mediation als enige hoop. Als enige manier om die polarisatie een halt toe te roepen. Dat de overheid mediators inschakelt juich ik toe. Want, anders dan een overheidsorgaan, past een mediator maatwerk toe. Met finesse, met oog voor de mensen en voor de praktijk.’
‘Oprecht naar elkaar luisteren’

Renske de Graauw is registerpsycholoog Arbeids- en Organisatiepsychologie, MfN-registermediator, voorzitter van de sectie Mediation van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en MfN-bestuurslid. Zij ziet in haar praktijk dat mensen door een conflict tijdelijk niet in staat zijn naar elkaar te luisteren en open te staan voor elkaars visie. Dan helpt mediation.
‘Als het met mediation lukt om weer met elkaar in gesprek te komen, dan is dat een eerste stap in de richting van een oplossing van het conflict. Het gaat vaak om erkend te worden in je gevoel en opnieuw vertrouwen te krijgen in elkaar. Ik hoop dat het online werken in de coronatijd een stimulans geeft om problemen in een vroeg stadium door te verwijzen naar een mediator, misschien in eerste instantie online. Dit is snel en effectief en heeft vaak een lagere drempel om het conflict te erkennen en te gaan zoeken naar een oplossing. Hoe eerder mensen met elkaar om tafel gaan, hoe beter het lukt om weer te gaan communiceren. Soms zie je dat conflicten onnodig escaleren en er een heel juridisch proces wordt gestart terwijl dit misschien voorkomen had kunnen worden. Ik krijg energie van mediations waarbij ouders zich realiseren dat het voor de kinderen vooral belangrijk is dat zij het goede voorbeeld geven en echt oprecht naar elkaar gaan luisteren.’