‘Veelbelovende invalshoeken voor de toekomst’
Door: Henriette van Wermeskerken
Mediation staat bekend als een effectieve methode, die vaak gunstige effecten voor partijen heeft. Toch worden relatief weinig conflicten via mediation opgelost. Verbazingwekkend, vindt bijzonder hoogleraar Sven Zebel. ‘Wat maakt dat mensen mediation willen aangaan? Dat onderzoeken we.’ Ook virtual reality en betere informatie kunnen mediation vooruit helpen.
‘Tot nu toe richtte veel onderzoek zich op de uitkomsten van mediation’, zegt Sven Zebel, bijzonder hoogleraar mediation aan de VU. ‘Uit verschillende onderzoeken blijkt dat die uitkomsten heel gunstig kunnen zijn voor de mensen die ervoor kiezen om hun conflict via mediation op te lossen. Ik noem drie voorbeelden. Ten eerste: men komt door mediation vaker en sneller tot een oplossing voor het conflict, en bespaart mede daardoor vaak kosten en tijd, als je mediation bijvoorbeeld vergelijkt met een gerechtelijke procedure zonder de inzet van mediation. Dat blijkt onder meer uit studies naar mediation bij scheiden en andere civielrechtelijke geschillen. Ten tweede: een succesvolle mediation kan de relatie herstellen en normaliseren. Dat geldt zelfs in het strafrecht, waar mensen geen ‘relatie’ met elkaar hadden zoals in een huwelijk of een arbeidsverhouding, maar waar zij met elkaar in contact zijn gekomen door het delict. Slachtoffer en dader kunnen zich op een bepaalde manier tot elkaar gaan verhouden die hen allebei helpt. Ten derde zijn er ook andere psychologische effecten. Mediation zorgt ervoor dat negatieve emoties richting de andere partij minder worden. Woede en onzekerheid nemen af. Uit strafrechtelijke hoek zijn er ook aanwijzingen dat daders na mediation kritischer naar zichzelf gaan kijken, meer verantwoordelijkheid nemen en een kleinere kans op recidive hebben.’
Behoeften
Kortom: veel voordelen. Mediation wordt dan ook op steeds meer terreinen gebruikt. Toch wordt maar in zo’n vijf à zes procent van de conflicten die burgers ervaren mediation ingezet. ‘Verbazingwekkend’, vindt Sven. ‘Mijn onderzoek richt zich op de vraag; wat maakt dat mensen mediation willen aangaan? Want de eigen keuze voor deze manier van conflicthantering staat voorop. Altijd. Dat is juist de kracht van het middel. Er is onderzoek gedaan waarbij mensen is gevraagd: waarom wil je je conflict via mediation oplossen? Dan krijg je heel concrete antwoorden, zoals: ik wil er samen uitkomen zodat de relatie blijft bestaan, of: ik wil een gevoel van controle houden over de oplossing, het conflict niet uit handen geven. Mijn onderzoek richt zich vooral op de fundamentele behoeften die aan die concrete wensen ten grondslag liggen. Er is een aantal behoeften die iedereen heeft, in meer of mindere mate. Je hebt de fundamentele behoefte aan verbinding met anderen, aan waardering. Je gehoord en gekend voelen. En: de behoefte aan controle en regie. Dat je invloed hebt op de dagelijkse gang van zaken in je leven, dat je je plannen en intenties kunt uitvoeren en daarin effectief bent.’
Indicatoren
Als psycholoog weet Sven dat deze fundamentele behoeften in sterke mate het gedrag bepalen. Ontstaat er een conflict, dan kunnen mensen zich in die behoeften bedreigd voelen – hoewel dat niet bij iedereen het geval hoeft te zijn. Ervaren mensen zo’n bedreiging, dan zullen ze het gevoel van verbinding en waardering, en/of het gevoel van controle en regie willen herstellen. ‘Met name deze twee behoeften kunnen leiden tot de bereidheid om mediation aan te gaan’, legt Sven uit. ‘De uitdaging is: hoe krijgen we scherp wanneer welke mensen zich bedreigd voelen in deze behoeften in een conflict? Daarvoor probeer ik een aantal indicatoren te vinden. Ik beschouw dat als een belangrijke richting voor onderzoek in de toekomst. Inmiddels heb ik drie invalshoeken gevonden die ons kunnen wijzen op mensen in conflict die in versterkte mate bedreiging van deze twee behoeften voelen. Van hen verwacht ik dus in sterkere mate dat zij zullen openstaan voor mediation, als zij daarover worden geïnformeerd. Die invalshoeken beloven veel voor de toekomst.’
Conflictervaring, moraliteit, macht
‘Ten eerste kunnen twee mensen die een conflict hebben dat conflict volstrekt anders beleven. Dat noemen we verschillen in conflictervaring. Sommigen denken bijvoorbeeld dat de ander er veel minder mee zit dan zijzelf. Uit onderzoek blijkt dat naarmate mensen een groter verschil zien tussen hun eigen, sterke, probleemervaring en dat van de ander, zij meer behoefte hebben aan begrip en een luisterend oor van een derde, zoals een mediator – met name als zij in de eigen sociale omgeving ook weinig sociale steun vinden bij het conflict. Een tweede indicator zit in de moraliteit. Mensen vinden het belangrijk om eerlijk en integer te zijn, en zien zichzelf graag zo. Iemand met wie je een oplopend conflict ervaart, kan eerder of sterker als negatief gezien gaan worden: onbetrouwbaarder, gemeen. Voor het verschil in moraliteit is nog weinig aandacht geweest. Ik verwacht dat hoe meer iemand de ander als minder moreel gaat ziet tijdens een conflict dan zichzelf, hoe minder behoefte er zal zijn aan herstel van de relatie en dus aan mediation. De derde invalshoek gaat over verschillen in macht tussen partijen. Uit onderzoek weten we dat mensen die zichzelf als minder machtig dan de ander zien, meer behoefte hebben aan hulp van een derde partij in het conflict. We weten ook dat deze mensen vaak denken aan een advocaat of juridisch advies. Maar zij zouden zeker ook baat kunnen hebben bij mediation.’
Toekomstmuziek
Sven heeft de twee fundamentele behoeften en de drie indicatoren die daarop inwerken in een model gezet, waar hij de komende tijd verder aan wil werken. Een deel van de elementen is al onderzocht, maar grotendeels is het nog braakliggend terrein. In de toekomst ontstaat meer inzicht in wie wanneer mediation wil aangaan. Dan moet de andere partij dat natuurlijk ook willen. Wat als dat niet zo is? Dat is misschien een minder groot probleem dan het op het eerste gezicht lijkt, ziet Sven. ‘Uit onderzoek en uit ervaringen van mediators blijkt bijvoorbeeld dat alleen al het aangaan van een voorbereiding tot mediation kan helpen. Dat komt al wat tegemoet aan de behoefte aan herstel van controle en verbinding. Zelfs als de andere partij er niet voor open staat. En er is een tweede inzicht. Wanneer de andere conflictpartij geen mediation wil, zou men via virtual reality toch een deel van de dialoog kunnen ervaren met een avatar die deze andere partij voorstelt. Zo kan iemand toch de kans krijgen bepaalde vragen te stellen, en gevoelens en emoties te uiten naar die ander. Toekomstmuziek, die we momenteel aan het onderzoeken zijn.’
USP’s en misverstanden
Hoe kan de inzet van mediation verder vergroot worden? Sven ziet mogelijkheden in informatievoorziening. ‘Mediation heeft gunstige effecten, zoals ik al aangaf. Ik vraag me af of genoeg mensen de Unique Selling Points, de USP’s van mediation kennen. Zijn burgers en verwijzers daar voldoende van op de hoogte? Er heersen soms over mediation ook misvattingen. Bijvoorbeeld dat mediation alleen zinvol is als je nog met elkaar verder moet, dus als er een relatie is die bewaard moet blijven. Dat is niet zo. Mediation kan ook helpen voor verwerking en het gevoel van controle bij ingrijpende gebeurtenissen, bijvoorbeeld in strafzaken en bij de toeslagenaffaire. Daar heb ik genoeg voorbeelden van gezien en gehoord. Nog een misvatting, of discussiepunt: mediation kan of lukt niet meer als het conflict ver geëscaleerd is. Ik vraag me af of dat altijd het geval is. Bij geëscaleerde conflicten zou de mediator bijvoorbeeld eerst kunnen proberen met iedere partij afzonderlijk praten, als ze niet direct met elkaar om de tafel kunnen of willen. Op sommige terreinen, zoals herstelbemiddeling en mediation in strafzaken, wordt altijd eerst met partijen apart gesproken ter voorbereiding. De mediator zou in de eerste fase ook heen en weer kunnen pendelen tussen partijen, om de communicatie op gang te krijgen, zonder dat zij elkaar direct face-to-face zien. Ook kun je gaande de face-to-face mediation de mensen apart nemen, als de emoties te hoog oplopen.’
Afweging
Er is dus veel winst te behalen als de usp’s van mediation breder bekend worden. En als de misvattingen verdwijnen. ‘Ik zie weinig harde contra-indicaties voor mediation’, zegt Sven. ‘Het is vooral een proces van partijen zelf of ze in mediation willen of niet, waarbij de mediator op neutrale en transparante manier begeleidt en de constructiviteit van het proces bewaakt. Als een van de twee niet wil, dan kan het niet. Gedwongen deelname aan mediation is nooit een optie. Maar ik ben er wel voorstander van dat iedereen wordt geïnformeerd over mediation, op een goede manier. Zodat mensen een afweging kunnen maken en mediation serieus, met kennis van zaken, kunnen overwegen. In mijn optiek hebben mensen recht op goede informatie over mediation. Het is zo’n gemiste kans als mensen mediation afwijzen zonder te weten wat ze precies afwijzen en wat ze gaan missen.’
Prof. dr. Sven Zebel, sociaal en forensisch psycholoog, is in 2021 benoemd als bijzonder hoogleraar Mediation aan de juridische faculteit (vakgroep privaatrecht) van de Vrije Universiteit (VU) in Amsterdam. Naast zijn hoogleraarschap is Sven universitair hoofddocent bij de vakgroep Psychologie van Conflict, Risico en Veiligheid aan de Universiteit Twente. In december 2023 hield hij zijn oratie ‘Het belang van behoeften-gedreven mediation’. |
MfN 30 jaar Dit interview over de toekomst is het derde in een drieluik ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan van MfN: verleden, heden en toekomst. Hieronder de eerste twee artikelen. ‘Duizend bloemen en één kwaliteitsregister’ In oktober 1993 werd het Nederlands Mediation Instituut (NMI) opgericht, dat in 2014 opging in MfN. Jan Goossens en Paul Walters stonden in de beginjaren aan het roer van het NMI. Ter gelegenheid van het dertigjarig bestaan kijken zij terug op die tijd van pionieren. ‘Mediation zit ons in het bloed’. Lees dit artikel ‘Een strik om de bewezen kwaliteit’ Mediation is volwassen geworden. Het MfN-kwaliteitssysteem werkt uitstekend. De tijd is rijp voor een wettelijke verankering, vinden Judith Simon-Emaus, directeur-bestuurder, en Jos van Oijen, voorzitter van de Raad van Toezicht. Zij laten zien waar MfN nu staat, dertig jaar na het begin. Lees dit artikel |