Op 17 mei 2023 publiceerde het ministerie Algemene Zaken een eerste versie van de handreiking ‘Hoe om te gaan met meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag’. Regeringscommissaris Mariëtte Hamer en haar team hebben gewerkt aan deze handreiking om zo concreet mogelijke ‘tips en tricks’ te formuleren. De handreiking beschrijft het hele proces van het oppakken van een melding en alle stappen die daarop volgen, waaronder de verschillende interventies en, indien passend en gewenst, het uitvoeren van onderzoek. Organisaties moeten zorgvuldige beslissingen nemen over de opvolging van de melding. Seksueel grensoverschrijdend gedrag moet gestopt worden en tegelijkertijd moet rekening worden gehouden met de belangen van alle betrokkenen.
In deze handreiking heeft de inzet van mediation bij een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag een prominente plek. Mediation wordt dan ook terecht genoemd als instrument om (de gevolgen van) seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer aan te pakken. Het wordt in de handreiking omschreven als een krachtig middel.
Citaat: “Mediation inzetten bij seksueel grensoverschrijdend gedrag kan veel opleveren. Mediation biedt een veilige omgeving om kwesties te bespreken die precair, subtiel en gevoelig liggen. Het kan tot wederzijds begrip leiden.”
MfN ondersteunt de inzet van mediation in deze zaken. We nemen in dit kader de visie over van de auteurs, tevens MfN-registermediators, Judith Stoop en Antonietta Pinkster. Een visie die zij met de praktijk na deze publicatie met het veld deelden:
“Er hoeft niet per se sprake te zin van een procedure, of van een strafbaar feit, of zelfs maar van een daadwerkelijk conflict, om mediation in te kunnen zetten. Mediation kan ook in een vroegtijdig stadium verdere escalatie voorkomen. Hoe eerder men met elkaar in gesprek gaat, des te beter dat meestal is, als het maar op een zorgvuldige manier gebeurt. In een gesprek kunnen verschillende vormen van herstel tot hun recht komen, afhankelijk van de concrete situatie. Herstel kan zijn: goedmaken, herstel van betrekkingen, iets voor de ander doen dat tot diens herstel bijdraagt, excuses aanbieden, verantwoordelijkheid nemen, of ook gewoon herstel doordat men elkaar in een gecontroleerde omgeving kan spreken. Kortom: herstel heeft evenveel verschillende gezichten als er verschillende situaties zijn.”
Het MfN-kwaliteitskader, waar deze handreiking ook naar verwijst, draagt bij aan de transparantie en verwachtingen van het mediationproces voor alle betrokkenen. De handreiking beschrijft nu een verschil tussen bemiddeling, die informeel zou zijn, en mediation, die formeler zou zijn. Bovengenoemde auteurs verwoorden de kwaliteitswaarborgen die het MfN-register biedt als volgt:
“Mediation is een informeel proces, partijen staan aan het roer (zijn autonoom) en bepalen de koers. Die koers is nergens voorgeschreven. Wel gelden voor de MfN-registermediators Gedragsregels en er geldt het Mediationreglement waarin o.a. de essentialia vertrouwelijkheid, vrijwilligheid en onafhankelijkheid worden geborgd. Dat geeft houvast en biedt garanties, die bij een volledig informele bemiddeling – zonder enige regeling – ontbreken. Met deze kwaliteitskaders en regelgeving is de professionaliteit van de gespreksleider: de mediator, gewaarborgd, die onderworpen is aan onafhankelijk tuchtrecht (www.mediationtuchtrecht.nl). Zoals de Handreiking aangeeft, zullen financiële aspecten een rol kunnen spelen. Hoewel het zo langzamerhand misschien ook tijd wordt om de waarde van allerlei zaken niet altijd meteen in geld uit te willen drukken, hoeft inzet van mediation bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer uit dat oogpunt geen problemen op te leveren. Een mediator hoeft niet per definitie van buiten te komen, al kan dat zeker in delicate kwesties wel aan te bevelen zijn.
Ook interne MfN-registermediators, verbonden aan organisaties, hanteren de MfN-gedragsregels en het reglement. Tenslotte is het kwaliteitskader altijd doorslaggevend voor de uitvoering, en dat kader wordt door de MfN geborgd en onderhouden.“